Papegaaiduiker

Papegaaiduiker

woensdag 11 juni 2025

Dag 3: Naar het eiland Nólsøy, een eiland van verre uitzichten

Oversteek naar eenvoud en karakter.
Na het zeer uitgebreide ontbijt, vertrekken we om 08:45 uur naar de veerboot. We lieten het stadse Tórshavn om 09:30 uur achter ons en we zetten koers naar het eiland Nólsoy. 
Ferry tussen Torshavn - Nolsoy
Dit eiland ligt amper 5 kilometer verderop, ten oosten van Streymoy met Torshavn  – en toch voelt het als een wereld van verschil.
Het parlementsgebouw in Torshavn van de Faer Öer eilanden.
Nólsoy is een klein eiland voor de kust van het grotere eiland Streymoy en ligt als een enorme buffer voor de haven Tórshavn, die het bescherming biedt tegen de oostelijke Noord-Atlantische stormen. Met de veerboot maakten we de korte overtocht van 30 minuten over het kalme water van de fjord. 
Haventje van Nolsoy.
Aan de overkant wachtte een eiland waar tijd trager lijkt te gaan, waar stilte een stem heeft en verhalen zich verankerd hebben in wind en steen. Nólsoy maakt deel uit van de gemeente Tórshavn. Gelukkig biedt Nólsoyarfjørður, de fjord tussen Tórshavn en Nólsoy, een goede afstand om de drukte en het rumoer van de stad te ontvluchten. Met slechts dertig minuten op de veerboot ben je op het eiland Nolsoy.
Nolsoy
Nolsoy
Nolsoy is een klein eiland ten oosten van Torshavn. Het is niet meer dan 9 km lang.

🚶 Wandeling naar Borðan. Wandelen op de rand van de wereld.
Na de overtocht naar Nolsoy kozen we voor de hike naar Borðan, het zuidoostelijke uiteinde van het eiland, waar een oude vuurtoren op de rotsen staat. 
De route slingert over heuvels, langs graslanden en kliffen, met onderweg weidse uitzichten over zee en eilandruggen. De lucht was grijs maar helder, de wind stevig maar niet vijandig – ideaal wandelweer.
De wandeling was middelzwaar: goed te doen met degelijke schoenen. Onderweg kwamen we schapen tegen, zagen we zeevogels zweven langs de kliffen, en hoorden we enkel het ruisen van de wind. Het hoogste punt van de wandeling lag op 250 meter boven zeeniveau.
Tot hier en niet verder, na twee uurtjes wandelen.
Na een wandeling van twee uur doemde de vuurtoren eindelijk op aan de horizon. Volgens onze gids lag hij nog zeker een uur verder te voet – en dan moesten we natuurlijk ook nog helemaal terug. We keken elkaar aan, wogen de opties af en hakten de knoop door: dit was ver genoeg. We draaiden ons om en begonnen aan de terugtocht van twee uur naar het dorp.
Tijd voor onze pick-nique
De vuurtoren van Bordan.
De vuurtoren van Borðan, wit en eenzaam aan de rand van het eiland en aan de Noord-Atlantische oceaan. Deze vuurtoren staat afgebeeld op de munt van 20 kronen. Hier eindigde de wereld, en begon de eindeloze oceaan.
Nolsoy - Bordan lighthouse
De roeiboot van Ove Joensen.
In het centrum van het piepkleine gehuchtje is er een leuk museumpje gebouwd. Tijd voor een deugddoende koffie. Hier is ook de roeiboot van Ove Joensen, de Diana Victoria te bekijken
In 1986 roeide Ove in zijn eentje van Nólsoy naar Kopenhagen – een tocht van meer dan 1.300 kilometer in 40 dagen enkel met spierkracht en doorzettingsvermogen. Zijn boot ligt nu tentoongesteld in het dorp, als tastbaar bewijs van Faeröerse vastberadenheid en avontuur.

⛴️ Wandeling in het dorp Nolsoy.
Na onze ontdekkingstocht door het rustige landschap was het een verpozing met een wandeling door het dorp. De smalle paadjes tussen de kleurrijke huizen, vaak met gras op het dak en een verweerd anker voor de deur, gaven ons een inkijkje in het eilandleven. 
Aan het haventje van het gehuchtje van Nolsoy.
Opvallend is de afwezigheid van mensen in het dorp. Volgens de gids verlaten veel jonge inwoners het gebied, waardoor de woningen vaak leeg blijven. Sommige huizen worden nog gebruikt als weekendverblijf door erfgenamen of eigenaars. Er is nauwelijks zichtbare economische of sociale activiteit, wat de indruk van verlatenheid versterkt. Dit roept de vraag op hoe het dorp eruitziet tijdens de donkere wintermaanden, aangezien het nu al vrijwel uitgestorven lijkt. Tegelijkertijd heeft de plek een unieke rust: er zijn geen toeristen en de stilte is alomtegenwoordig. Voor wie op zoek is naar stilte, ruimte en ongerepte natuur, biedt dit verlaten dorp een zeldzaam soort sereniteit.
Rond 16:50 uur stapten we weer aan boord van de veerboot richting Tórshavn. De terugtocht voelde als het langzaam ontwaken uit een droom – alsof Nólsoy ons even uit de tijd had gehaald. De skyline van Tórshavn doemde weer op, met zijn haven en kleurrijke huisjes, en toch droegen we nog iets van de stilte van het eiland met ons mee.

Koninklijke ontvangst.
Na ons bezoek aan Nólsoy kwamen we moe maar tevreden terug bij ons hotel. Tot onze verbazing lag daar ineens een rode loper uit. Het personeel stond keurig opgesteld in traditionele klederdracht. 
Personeel in traditionele klederdracht staat (ons) op te wachten.
“Wat een ontvangst!” dachten we even. Maar al snel bleek dat die eer niet voor ons was weggelegd… Men wachtte op koninklijk bezoek! De koning van Denemarken kwam vanavond in ons hotel dineren. En wij? Wij liepen er gewoon tussen alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Even zwaaien, wie weet dachten ze dat we bij het gevolg hoorden. 

Accommodatie.
We wandelden dan maar naar onze kamer in de overtuiging dat we toch in een koninklijk verblijf logeren in Hotel Føroyar – het vertrouwde uitzicht over de hoofdstad gaf een prettig gevoel van thuiskomen. Na een warme douche en een  maaltijd keerden de gedachten terug naar de eenvoud en kracht van Nólsoy. Een eiland dat niet groot is in oppervlakte, maar des te meer in ziel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten