Twee eilanden op één dag: Streymoy en Esturoy
Streymoy is het grootste en meest bevolkte eiland van de Faeröer eilanden. Het is het grootste eiland van de archipel. Streymoy telt ongeveer 24.000 inwoners, waarvan meer dan de helft in Tórshavn woont. 
Door de Kollfjarðartunnilin.
Op weg naar het noorden van Streymoy vanuit Tórshavn kwamen we terecht in de Kollfjarðartunnilin – een tunnel van bijna 3 kilometer naar Kollafjørður. Het is een een 2-lanetunnel, eenvoudig en typisch Faeröers: ruw uitgehakt in de rots, zonder opsmuk of verlichtingsexcessen. Hij blijft een handige en historische schakel in het wegennet van Streymoy. En eerlijk is eerlijk: zo’n tunnel door het basaltgesteente van de eilanden heeft toch altijd iets stoers.
Naar Saksun langs de fjord: waar de stilte spreekt.
Na de tunnel volgen we route 13 langs de grillige kustlijn. In het kustplaatsje Hvalvik nemen we route 53, slingerend door het lange dal, met continue de rivier Stora aan onze rechterzijde. Bestemming: het dorpje Saksun.
Op de achtergrond prijkt het charmante witte kerkje met grasdak, gebouwd in 1858. |
Het plaatsje ligt achterin een prachtige vallei Saksunardalur die zich uitstrekt over een lengte van 12 km vanuit Hvalvik. De omringende bergen hebben een hoogte tussen 500 en 700 M. Deze afgelegen nederzetting ligt tussen steile bergen en kijkt uit over een lagune die bij eb droogvalt. In Saksun zijn slechts 8 personen geregistreerd.
De groene vallei wordt omringd door hoge bergen en steile hellingen met talloze watervallen. |
Kerkje van Saksun.
In 1858 werd de kerk van Saksun ingewijd. Tot die tijd liepen inwoners van Saksun helemaal naar het plaatsje Thornuvik over de berg, voor het bijwonen van kerkdiensten. Toen de kerk daar afgebroken moest worden, namen inwoners van Saksun onderdelen van de kerk te voet mee naar hun dorp om het daar terug op te bouwen. De muren werden bij het opnieuw opbouwen niet meer van hout gemaakt, maar van steen.
De kerk staat bekend als één van mooiste kerkjes van de Faeröer. Het witte kerkje, eenzaam op een grasheuvel boven het water, gaf ons het gevoel alsof we alleen op de wereld waren. De stilte hier is tastbaar – slechts onderbroken door het ruisen van een waterval en het schor roepen van vogels.
Saksun kerkje. |
![]() |
Een scholekster. |
Met zijn zwart-witte verenkleed en opvallende oranjerode snavel en poten is hij een markante verschijning in het landschap. Zijn schelle roep weerklinkt vaak boven de valleien en langs de kustlijn, alsof hij zijn territorium met trots aankondigt.
Terug naar Hvalvík en verder naar Tjørnuvík
We blijven in Saksun van 11:00 tot 11:30 uur en keren daarna via dezelfde weg terug naar Hvalvík. Van daaruit volgen we weg 54 richting het noorden, naar het meest noordelijke dorp van Streymoy: Tjørnuvík. Dit schilderachtige dorpje ligt ingeklemd tussen hoge kliffen en biedt een indrukwekkend uitzicht op de oceaan. Onderweg passeren we de Fossa-waterval, een van de hoogste van de Faeröer.
We blijven in Saksun van 11:00 tot 11:30 uur en keren daarna via dezelfde weg terug naar Hvalvík. Van daaruit volgen we weg 54 richting het noorden, naar het meest noordelijke dorp van Streymoy: Tjørnuvík. Dit schilderachtige dorpje ligt ingeklemd tussen hoge kliffen en biedt een indrukwekkend uitzicht op de oceaan. Onderweg passeren we de Fossa-waterval, een van de hoogste van de Faeröer.
Fossa waterval.
De Fossá-waterval is de hoogste waterval van de Faeröer. Het is een tweetrapswaterval. Deze waterval heeft een hoogte van 140 meter, verdeeld over twee grote cascades.
De naam: "Fossá" betekent letterlijk "rivier met waterval" – en is een vrij algemene naam in Scandinavië, maar op de Faeröer verwijst het bijna altijd naar deze specifieke waterval. Het water stort zich van de klif in een reeks van trappen omlaag richting de oceaan.
Tjornuvik.
Uiteindelijk bereiken we het afgelegen dorp Tjørnuvík, het meest noordelijke plaatsje op Streymoy. Tjørnuvík is een klein, schilderachtig dorpje dat ingesloten ligt tussen steile kliffen en uitkijkt op de ruige Atlantische Oceaan. Het dorp telt slechts enkele tientallen inwoners en ademt rust en authenticiteit.
Traditionele huisjes met grasdaken liggen dicht tegen elkaar aan, alsof ze zich schuilhouden tegen de wind. Hier geen drukte of commercie, maar stilte, natuur en vergezichten. Tjørnuvík heeft zelfs een zeldzaam zwart zandstrand – uniek voor de Faeröer – dat populair is bij fotografen en soms zelfs bij surfers die de ijskoude branding trotseren.
In de verte van de oceaan, de rotsformaties: 'de Reus en de Heks' |
Tjørnuvík en de Reus met zijn Heks
Markant zijn de twee legendarische rotsformaties Risin og Kellingin – de Reus en zijn Heks. Volgens de overlevering probeerden een reus en zijn vrouw de eilanden naar IJsland te slepen. De dramatische lucht en ruige zee maakten het tafereel compleet, het is niet gelukt. Bij helder weer zie je vanaf het strand de imposante rotspilaren Risin og Kellingin (“de Reus en de Heks”) oprijzen uit zee.
Naar het 2de eiland van de dag: Esturoy.
Nadat we het noorden van Streymoy hebben verkend, met als laatste halte het schilderachtige dorp Tjørnuvík, zetten we koers naar het tweede eiland van vandaag: Eysturoy. We rijden terug in de richting van Hvalvík, maar slaan daar deze keer de brug over die ons naar Eysturoy voert. Van daaruit trekken we helemaal naar het uiterste noorden, naar het afgelegen en sfeervolle Gjógv.
De rotsformaties 'de reus en zijn heks' vanuit Gjov gezien. |
We rijden door een omgeving met een van de hoogste bergen van de hele eilandengroep, de 882 m hoge Slaettaratindur. In Gjogv wonen slechts een 50-tal inwoners. Het is een kleine, hechte gemeenschap. Het dorp is vernoemd naar een indrukwekkende, ongeveer 200 meter lange kloof die van het dorp tot aan de oceaan loopt. Men ziet hier traditionele Faeröerse huizen, sommige met daken van turf, wat bijdraagt aan de charme van het dorp.
Het restaurant 'Gjaargardur Guesthouse Gjov' met de lekkere kabeljauw. |
Gjogv. |
De natuurlijke haven van Gjogv.
De meest bekende bezienswaardigheid van Gjogv is de natuurlijke haven. De kloof doet bijna sprookjesachtig aan bij mooi weer. Het is in ieder geval een plaatje, met de omringende, begroeide rotswanden en het eiland Kalsoy in de verte.
Hier de oude haven waar men met een lier de goederen omhoog trok. |
In deze kleine haven vind men de enige werkende spoorlijn op de Faeröer eilanden. De rails werden aangelegd in de tijd dat de aanvoer van goederen via de weg nog niet mogelijk of in ieder geval erg lastig was. Vracht werd van de boten gelost en in kleine smalle goederenwagons met een lier naar boven getrokken. Ook vissersboten werden omhoog getrokken, om veilig op te bergen in een van de boothuizen bovenaan de kloof.
Gjogv haven. |
Gjogv |
Als afsluiter van deze schitterende rit rijden we nog langs Funningur. Dit is weeral een schilderachtig dorpje, liggend langs het fjord Funningsfjørður op Esturoy. Naar verluidt was Funningur de plek waar de eerste viking zich vestigde aan het begin van de 9de eeuw. Een dorp met geschiedenis.
Funninngur |
Maar nu: waanzinnig mooi. Men moet het van boven bewonderen: echt mooier kan niet!
Funninngur |
Funningur |
Via een rotonde onder de oceaan
Het laatste gedeelte van onze route bracht ons via de spectaculaire Eysturoyartunnel – een bijna 12 kilometer lange onderzeese verbinding tussen Streymoy en het naburige eiland Eysturoy. In het midden van de tunnel bevindt zich iets unieks: de allereerste rotonde onder de oceaan. Verlicht in blauwe en oranje tinten en versierd met een rotsachtige sculptuur van kunstenaar Tróndur Patursson, voelt het alsof je midden in een kunstinstallatie rijdt – diep onder het koude zeewater. Een surrealistische ervaring, en een prachtig voorbeeld van Faeröerse innovatie.
Streymoy en Eysturoy hebben zich vandaag van zijn meest veelzijdige kant laten zien – met ruige natuur, stille dorpen, legenden én technologische hoogstandjes onder zee.
Accommodatie.
We logeren nog steeds in het hotel Foroyar in Tórshavn.
Tórshavn Hotel Foroyar
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten