De sage van Magnus.

De sage gaat over een jonge man genaamd Magnus die woonde op het eiland Koltur en verliefd werd op een meisje van het naburige eiland Hestur. Haar vader was echter streng en verbood elk contact tussen de twee geliefden.

Ondanks het verbod was Magnus vastbesloten om zijn geliefde te zien. Elke nacht, wanneer de zuidelijke stroming sterk genoeg was, zwom hij de gevaarlijke zeestraat tussen Koltur en Hestur over om haar in het geheim te ontmoeten. Bij het keren van het tij zwom hij weer terug naar Koltur.

Op een nacht ontdekte de vader van het meisje de geheime ontmoetingen. Woedend wachtte hij Magnus op aan de kust van Hestur, bewapend met een bijl, en dreigde hem te doden als hij nog een keer zou komen.

Magnus keerde die nacht terug naar Koltur, maar de angst en de dreiging van de vader moeten hem diep geraakt hebben. Er wordt gezegd dat hij nooit meer is terug gezwommen. Volgens de sage werd Magnus op een nacht overmand door de sterke stroming en meegesleurd naar de open zee, waar hij verdronk.

Na deze tragische gebeurtenis zou er een grote en gevaarlijke draaikolk zijn ontstaan in het gebied tussen Hestur en Koltur, die tot op de dag van vandaag bekend staat als Grísarnir (de "varkens"). Men gelooft dat deze draaikolk is ontstaan op de plek waar Magnus voor het laatst werd gezien, als een herinnering aan zijn tragische liefde en dood.

Deze sage is een prachtig voorbeeld van de romantische en soms tragische verhalen die in de Faeröerse cultuur leven en vaak verbonden zijn met de natuur en de elementen.